Na de verhalen te horen tijdens de 10-daagse Vipassana in Nepal kunnen we er niet meer omheen. We gaan ervoor, een trekking naar PoonHill en ABC. All the way!

Mijn eerste lange trekking was vorig jaar waarbij ik in 12 dagen van Leon naar Santiago de Compostella (Spanje) liep. Destijds een nieuwe en zeer bijzondere ervaring, lees er hier meer over. Trekken door de Himalaya is toch wel andere koek, zeker wanneer je dit op je sneakers doet!

Minimalistisch en vol zelfvertrouwen

Het doel van deze trekking is het bereiken van het Annapurna Base Camp, welke op 4130 meter hoogte ligt. In oktober 2014 zijn er 21 trekkers dood gegaan door een onverwachte sneeuwstorm in hetzelfde gebied waar wij nu gaan trekken. Dit incident wordt ‘Nepal’s worst trekking disaster’ genoemd.

‘Gaan we dit echt doen?’, zeg ik tegen Mike de dag voor vertrek. Zijn blik zegt genoeg, wij gaan ervoor. We hebben onze trekkingsvergunning net opgehaald (duur!) en onze visum verlengd (ook duur!). Het perfecte bergmateriaal hebben we niet bij ons. Géén bergschoenen, géén slaapzak, géén Nordic stokken en géén zonnebrillen. In heel Pokhara wordt je er mee overspoeld maar die extra kosten gaan wij niet maken. Een gids en drager hebben wij ook niet nodig. Moet te doen zijn toch?

Het enige wat we mee nemen is één backpack en een rugzak met zo min mogelijk gewicht, want elke gram weegt als een kilo! We doen het hardcore, zoals de mensen die we tijdens de trekking ontmoeten het verwoorden.

Door regen en wind

Gemiddeld stijgen en dalen we 7 uur per dag. Serieus, zelden komen we een vlak stuk tegen, dat maakt deze hele trekking pittig. Het weer in de bergen is erg onvoorspelbaar, het ene moment schijnt de zon, het andere moment lopen we door de stort regen. Ik heb het allemaal voorbij zien komen: regen, hagel, sneeuw en felle zonneschijn.

Gelukkig is de route voor ons makkelijk te volgen, zonder kaart! Voor de kenners: Nayapul – Hille – Poon Hill – Tadapani – Sinuwa – Deurali – ABC (top!) – Bamboo – Jhinu (hotsprings) – Siwa. Het is alles behalve een fluitje van een cent is; het is afzien, op sommige momenten echt afschuwelijk zwaar, zo zwaar dat ik uit frustratie mijn bamboestok (die heb ik onderweg uit de jungle gepikt) tegen de bergen aan wil smijten.

De omstandigheden zorgen ervoor dat je steeds meer naar binnen keert, enerzijds om energie te besparen, anderzijds omdat de tocht niet alleen fysiek maar ook zeker mentaal en emotioneel veel van je vraagt.

Naarmate je hoger komt wordt het stiller, kouder, duurder en smeriger. Mike heeft ‘s nachts bezoek gehad van lieve bedbugs die een mooi rood spoor op zijn armen hebben achter gelaten. De dekens stinken naar natte hond en het eten wordt er ook niet beter op.

Klagen? Daar heb ik simpelweg de energie niet voor. Ik zou het eerlijk gezegd ook niet durven want ik ben dankbaar dat ik me op deze hoogte kan verwarmen onder deze dekens en mijn lichaam kan voeden met dit simpele voedsel, wetende dat elke dag hardwerkende mannen met vele kilo’s in rieten manden het naar boven komen brengen.

Pff, ik zou het niet kunnen. Ik sta al te hijgen en te puffen met een kleine rugzak!

Waar een wil is, is een weg

De avond valt in Deurali (3100m), de dag vóórdat we naar Annapurna Bascamp gaan. Het sneeuwt en het vriest -4 graden celcius. De ijspingels hangen aan ons raam, dat betekent niet veel goeds. Mentaal blijf ik sterk maar mijn lichaam heeft het koud, IJSSSKOUD. Met dekens om me heen eet ik mijn Dal Bhat (rijst met linzensoep) en drink ik gemberthee.

Een gids geeft aan dat het misschien niet mogelijk is om naar ABC te gaan. Er is de afgelopen dagen meer dan 60 cm sneeuw gevallen op de etappe van morgen. Op onze sneakers beloofd dat een helse en haast onmogelijke tocht. ‘Niet naar ABC? Ik heb dit hele stuk niet voor niks gelopen!’ er moet een manier zijn. Zo krijgen wij als tip om plastic zakken over onze wandelsokken te binden. Op deze manier blijven onze voeten warm en worden onze sokken niet nat. Dat zal vast helpen.

Hemel of hel op aarde?

De volgende ochtend starten we vastberaden aan de klim van 3100m naar 4130m in +/- 5 uur. Fysiek voelen we ons niet 100% fit. Door de hoogte en de verandering van de omgeving slapen we slecht. Afgelopen nacht schrok ik plotseling wakker door het geklappertand van Mike. Zijn ademhaling gaat te keer en zijn lichaam beeft terwijl hij slaapt. Ja, zo koud was het!

De koude wind, het geluid van de kabbelende bergrivieren en de hoogte zorgen ervoor dat ik steeds vaker acuut moet plassen. Dit levert een paar hilarische scenario’s op, vooral voor Mike. Alhoewel ik veel lol heb gehad tijdens het wildplassen in de hete zon tussen die immens wit besneeuwde bergtoppen, is tijdens een ijskoude nacht op je slippers naar een donker hokje met een gat als toilet echt een drama. Het voordeel daarvan is wel: een prachtige sterrenhemel.

Het lijkt eeuwen te duren voordat we in ABC aankomen en de schadelijke combinatie van sneeuw, zon en geen zonnebril maakt me bijna sneeuwblind, daarbovenop heb ik ontzettende hoofdpijn en voel ik me misselijk. Voor Mike geldt hetzelfde. Wat een hel! Boven 3500m kunnen de symptomen van hoogteziekte levensbedreigende vormen aannemen, daarom lopen we rustig en gestaag verder en nemen vaak korte pauzes. We moeten echter opschieten want in een groot deel van dit gebied komen lawines voor, daar wil je niet net een pauze nemen.

Tegelijkertijd voelt dezelfde omgeving op hetzelfde moment als hemel op aarde. Onwerkelijk en adembenemend. Magisch! Uit het niets vraag ik aan Mike: ‘Zijn wij dood?’, ik meen het, het komt van diep en het brengt tranen in ons ogen. Onbeschrijfelijk.

Eenmaal op het hoogste punt, omringd door de majestueuze toppen van de Himalaya, vergeet ik in één klap hoeveel bloed, zweet en tranen het ons heeft gekost.

Wanneer je je daar boven begeeft, weet je waarvoor je het hebt gedaan.